14 sep Begin jij weleens over het einde?
Zo eens in de zoveel tijd trekt een cover mijn aandacht. De kleur. De overzichtelijkheid. Voor mij wederom een bevestiging dat het uiterlijk het op het eerste ogenblik toch wint. Op dat moment niet wetende dat ik een must-read in mijn handen had. De inhoud, ongezouten. De titel, treffend. Een onderwerp waar ik regelmatig over nadenk. Waar ik regelmatig over praat.
Ik wil zo lang mogelijk leven, omdat ik het leven nu eenmaal niet laten kan
Daar ging ik weer. Na het lezen van Teun zijn geschreven woorden in ‘VerpleegThuis’, droeg ik wederom een boek over dementie bij me. Ik wist direct dat ik ‘m kopen zou, gezien de erfelijkheid binnen mijn familie. Mijn opa bewandelde helaas dit pad en om als kleinkind te moeten aanschouwen dat hij aftakelde tot een man die hij niet per se wilde zijn .. Is een ervaring die ik liever had overgeslagen. De aller-traagste route naar de dood.
Omdat we het leven nu eenmaal niet laten kunnen
Dementie, een ontzettend belangrijk onderwerp. Want ben jij op de hoogte van het feit dat één op de vijf mensen het krijgt, waarvan één op de drie vrouwen. Henk neemt je mee in de waarom en een stukje geschiedenis over de totstandkoming van de Euthanasiewet. Hij schijnt zijn licht op de maakbare samenleving. Op dat de meeste van ons niet willen verdwijnen voordat ze weg zijn. Hij durft te spreken over de gecompliceerde en uiterst belangrijke vragen rond kwaliteit en lengte van leven en de taboe van dementie en dood.
Hoe onze laatste wil geen wet is
Welke kant ik kies? Dat we het als mensheid voor elkaar hebben gekregen onze levensduur op te rekken. Kwaliteit van leven me énorm aan het hart gaat. Ik volgens de overtuiging leef dat morgen me niet beloofd is. Het niet nodig is om die quote op mijn lichaam te tatoeëren, zoals zovelen van ons doen: ‘Live each day as if it were your last’, ‘Carpe Diem’, ‘Nothing is forever’, ‘Do what you love’. En dat er dan dus dag in dag uit personen met dementie moeten aftakelen tot de man of vrouw die zij niet willen zijn, onder het mom van, niet zeuren, even doorbijten. Even dapper wezen. De wilsverklaring helaas geen stand meer houdt en de wet al helemaal geen houvast biedt. Zoals veel wetten, die men in het leven roept terwijl men wacht op jurisprudentie.
Rupsjes nooit genoeg.
“Mijn lullige beeld”, zegt Bert Keizer, “is dat jij na de maaltijd van het leven nog over de grond wil rondkruipen om ook de laatste kruimels te eten. Heb de moed voor het dessert te zeggen dat het mooi is geweest. Dan ben je mijn man.” En dat is dan dus ook precies mijn gedachte. Goed is goed. Kunnen we tevreden zijn? Een diepe zucht volgt. Ik misschien diep van binnen wel geloof dat als we tot aan de ‘dood’ wat meer zouden leven, je dus als een prachtige vlinder door het leven gaat, je kan zeggen dat het ‘goed’ is zo, voldoende herinneringen op zak, énorm genoten.
“Waarom zou de staat zijn zelfdoding moeten faciliteren”, luidt de tegenvraag
“Omdat die staat hem ook al die jaren in leven heeft gehouden, denk ik. Paul heeft er niet om gevraagd zo oud te worden. Je kunt hem niet laten opdraaien voor de eenzijdige fixatie van de medische wetenschap op het uitstellen van de dood. Je kunt Paul niet aanrekenen dat wij als samenleving niet kunnen wennen aan het idee dat de dood bij het leven hoort.”
We pas beginnen over het einde als het te laat is
Bron: Beginnen over het einde – Henk Blanken, de kans dat dit boek over jou gaat is één op vijf